Ik vraag me af hoe ik hiermee om kan gaan. Ik probeer de
zwartheid weg te drukken, de wond te laten genezen door hem kleiner te maken,
samen te drukken, maar dat lijkt niet te lukken. Dan blijft hij bestaan en kan
hij door etteren. Het lijkt alsof hiermee de tegenstelling tussen het zachte
weefsel van het hart en de onvoorspelbaarheid van de wond in stand wordt
gehouden.
Als ik meer water toevoegt, wordt de zwarte vlek groter, hij
eet zich door het hart heen. Maar langzaam zie ik ook dat hij lichter wordt. Het
zwart verdunt, het wordt langzaam allemaal wat lichter en beweeglijker. Wanneer
ik nog meer water toevoeg, gaat de vloeistof spatten: er komen zwarte vlekken
op verschillende plaatsen in het hart, maar ook daarbuiten. Er komt lucht,
energie en vrolijkheid in het systeem. Er komt ruimte.
Als ik hiermee verder ga zie ik dat steeds meer vermenging
en spetters ontstaan. Er is enthousiasme, uitbundigheid, opwinding, en alles
doet mee. Het hart is niet meer egaal rood, maar een bonte mengeling van rood,
zwart en wit in verschillende schakeringen. Misschien minder mooi esthetisch,
maar wel een stuk interessanter dan voorheen, en zonder scherpe kantjes. Het
beginpunt van het hart met de wond komt nu saai, strak en levenloos over.
Ik
voel dat deze tekeningen en deze belevenissen mij kunnen helpen om anders met
de wond in mijn hart om te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten